Het schooljaar 2003-2004 stond ik voltijds als zij-instromer voor een zesde groep van de islamitische basisschool El Arqam in de Amsterdamse Diamantbuurt. Een jaar vol hoogte- en dieptepunten, waarin de laatste geleidelijk aan toch echt de overhand kregen. Ik kan dat wijten aan het onderwijs dat mijn leerlingen eerder kregen. Ik kan het wijten aan de organisatorische puinhoop die mijn schooltje was. Ik kan het wijten aan de pabo die mij in de kou liet staan. Maar ik wijt het uiteindelijk toch vooral maar aan mijn eigen onvermogen. Een groep leiden kan ik niet, maar ik verbeeld me dat ik er een aardig verhaal over schreef.
Mijn avonturen in pabo- en basisonderwijsland zetten me aan het denken. Dit boekje is de neerslag daarvan. Het zet op een rij wat er naar mijn idee fout ging, in de – weinig realistische; ik geef dat graag meteen toe – hoop dat anderen daar lering uit trekken. Het besluit met een schets van hoe de basisschool eruit ziet waar ik zelf graag heen had gewild.
In drie bijlagen sta ik verbijsterd stil bij de “kerndoelen” die ons ministerie van onderwijs voor het basisonderwijs bijeen bedacht, en bij het leerboek kleuterkunde waar mijn pabo mij op tracteerde.
Een ooggetuigeverslag van een markante episode uit de geschiedenis van het islamitische basisonderwijs in Nederland: ik maakte van nabij mee hoe een samenwerkingsverband van medezeggenschapsraden met hulp van een vakbond en het ministerie van onderwijs een disfunctioneel schoolbestuur naar huis wist te sturen … om vervolgens te moeten aanzien dat datzelfde ministerie daar een nieuw en nog disfunctioneler bestuur voor in de plaats zette, de strijd aanbond met moslimfundamentalisten zoals ik, ten einde raad de scholen sloot en de leerlingen overliet aan een andere, dit keer wel ultra-orthodoxe, scholenorganisatie.
versie van november 2019